Twee dagen is hij weggeweest twee volle dagen mijn grote vriend.
Wat heb ik hem gemist.hij hield er zomaar mee op zuurstof gebrek? ik weet het niet
ik heb hem rechtsreeks naar de specialist gebracht hij moest er meteen maar blijven
voor onderzoek.Ik wist niet wat ik moest beginnen zonder hem.
Elke dag hadden we zo"n leuk contakt hij begreep mij altijd zo goed ik kon ook altijd alles tegen hem zeggen hij werd nooit boos.
Ik hoop zo dat het goed met hem gaat aflopen.Wat moet ik zonder hem beginen?
mensen komen met vragen maar ik kan ze niet beantwoorden ik weet niet hoe het met hem afloopt.Ik loop doelloos rond ik pak de pen en schrijf alles maar op.
Dan gaat de telefoon de specialist beld mij persoonlijk op.
Hij is weer klaar hoor u mag hem komen halen.Wat ben ik blij.
Mijn grote vriend laptop staat weer op zijn oude plekje.Ik ga hem gauw een verhaal vertellen
Duotsje
woensdag 28 april 2010
donderdag 8 april 2010
woensdag 7 april 2010
Nonnonsens.
Hoog in het Zevengebergte, langs de Rijn, stond een eeuwenoud klooster met eveneens oude nonnen. Hun reine harten werden vele keren per dag gereinigd met latijnse zangen en gebeden.
Als het klokje klingelde, schuifelden vele voeten met zachte tred door de reine gangen die naar groene zeep en spiritoes geurden, naar de kapel.
Op een dag kreeg de oudste non de gevreesde ziekte nona (slaapziekte). Omdat zwijgen een verplichte orderegel van het kloosterleven was, schreef moeder overste in fraaie letters op het mededelingenbord:
zuster Maria op non-actief wegens nona.
Alle nonnen verschoten van kleur. Dit was ernstig. Ze kregen acuut hoge bloeddruk en trippelden snel naar hun cellen om te bidden, voor zichzelf en zuster Maria.
Moeder overste vroeg, geknield op haar bidstoel, toestemming aan Den Hoge, of een non-combattant (niet-strijdend militair) zuster Maria mocht verplegen. Het was de enige persoon op de wereld die de zeer ernstige ziekte nona kon behandelen. Ze bad of Den Hoge met het inroepen van de wereldse non-combattant David , zijn toorn niet over haar wilde uitstorten.
Daarna verzond zij een bericht per postduif.
De nonnen vastten in hun cellen. Zij kozen voor non-interventie.
Moeder overste waakte de hele nacht bij zuster Maria. De vlam van de kaars bewoog onrustig. Op de kale witte muur dansten duistere schaduwen een dance macabre. Ze huiverde.
De volgende morgen een roffel op de voordeur. Hij was gekomen. Luid pratend begroette hij haar.
Hevig geschokt legde zij de vinger op haar mond. Hij wenste het gebaar niet te begrijpen en verstampte de heilige stilte in de gang toen hij haar volgde naar de cel van zuster Maria.
Het non-conformisme van de man bracht haar in een hyper nerveuze conflict situatie. Ze bekruiste zich vele keren. Haar frustraties rond de man groeiden met de dag en belemmerden haar zich voor te bereiden op de Paas biecht. Wanhopig at ze vele nonnen-fortjes. Vergiftigd door te veel hiervan kroop de zonde in haar. Ze begon te halucineren, verbrak de zwijgplicht en sprak met dubbele tong: Jij non-paschant (hij die zijn Paasplicht niet vervult) non-placet (het behaagt mij niet) tali auxilio (met zulken hulp) haar genezing te bereiken. Met veel onbegrip keek David haar aan. Had hij dat goed verstaan? Zij herhaalde haar woorden met klem. Hij kende geen latijn maar dacht te begrijpen wat ze bedoelde. Teder nam hij zuster Maria in zijn armen en bracht haar naar het altaar in de kapel. Woest besprenkelde hij haar hele lijf met wijwater, streelde haar haren en kuste haar keer op keer. Zuster Maria zuchtte licht en opende haar ogen. Hij glimlachte breed.
Woedend over zo veel wulpse onvoorzichtigheid wierp moeder overste een kindeke Jezus naar zijn kop. Ze gilde luid: ga uit mijn ogen, hoepel op.
Hevig verward en onbegrepen, is hij er tussenuit geknepen.
Uren later kwam zij tot bezinning. Vol berouw zonk zij op haar knieën en bad, omdat het drie uur was, haar none.
't Is nooit meer goed gekomen met die nonnen van smart en pijn.
Een voor één zijn ze verdwenen.
Het klooster werd een ruïne in het Zevengebergte aan de Rijn.
Alice Bakker-de Jong
Als het klokje klingelde, schuifelden vele voeten met zachte tred door de reine gangen die naar groene zeep en spiritoes geurden, naar de kapel.
Op een dag kreeg de oudste non de gevreesde ziekte nona (slaapziekte). Omdat zwijgen een verplichte orderegel van het kloosterleven was, schreef moeder overste in fraaie letters op het mededelingenbord:
zuster Maria op non-actief wegens nona.
Alle nonnen verschoten van kleur. Dit was ernstig. Ze kregen acuut hoge bloeddruk en trippelden snel naar hun cellen om te bidden, voor zichzelf en zuster Maria.
Moeder overste vroeg, geknield op haar bidstoel, toestemming aan Den Hoge, of een non-combattant (niet-strijdend militair) zuster Maria mocht verplegen. Het was de enige persoon op de wereld die de zeer ernstige ziekte nona kon behandelen. Ze bad of Den Hoge met het inroepen van de wereldse non-combattant David , zijn toorn niet over haar wilde uitstorten.
Daarna verzond zij een bericht per postduif.
De nonnen vastten in hun cellen. Zij kozen voor non-interventie.
Moeder overste waakte de hele nacht bij zuster Maria. De vlam van de kaars bewoog onrustig. Op de kale witte muur dansten duistere schaduwen een dance macabre. Ze huiverde.
De volgende morgen een roffel op de voordeur. Hij was gekomen. Luid pratend begroette hij haar.
Hevig geschokt legde zij de vinger op haar mond. Hij wenste het gebaar niet te begrijpen en verstampte de heilige stilte in de gang toen hij haar volgde naar de cel van zuster Maria.
Het non-conformisme van de man bracht haar in een hyper nerveuze conflict situatie. Ze bekruiste zich vele keren. Haar frustraties rond de man groeiden met de dag en belemmerden haar zich voor te bereiden op de Paas biecht. Wanhopig at ze vele nonnen-fortjes. Vergiftigd door te veel hiervan kroop de zonde in haar. Ze begon te halucineren, verbrak de zwijgplicht en sprak met dubbele tong: Jij non-paschant (hij die zijn Paasplicht niet vervult) non-placet (het behaagt mij niet) tali auxilio (met zulken hulp) haar genezing te bereiken. Met veel onbegrip keek David haar aan. Had hij dat goed verstaan? Zij herhaalde haar woorden met klem. Hij kende geen latijn maar dacht te begrijpen wat ze bedoelde. Teder nam hij zuster Maria in zijn armen en bracht haar naar het altaar in de kapel. Woest besprenkelde hij haar hele lijf met wijwater, streelde haar haren en kuste haar keer op keer. Zuster Maria zuchtte licht en opende haar ogen. Hij glimlachte breed.
Woedend over zo veel wulpse onvoorzichtigheid wierp moeder overste een kindeke Jezus naar zijn kop. Ze gilde luid: ga uit mijn ogen, hoepel op.
Hevig verward en onbegrepen, is hij er tussenuit geknepen.
Uren later kwam zij tot bezinning. Vol berouw zonk zij op haar knieën en bad, omdat het drie uur was, haar none.
't Is nooit meer goed gekomen met die nonnen van smart en pijn.
Een voor één zijn ze verdwenen.
Het klooster werd een ruïne in het Zevengebergte aan de Rijn.
Alice Bakker-de Jong
Abonneren op:
Reacties (Atom)

